Ondernemen en het Walhalla
Mijn moeder en haar vriendin waren zo'n vijfentwintig jaar geleden ondernemers. We hadden thuis een kroeg. Natuurlijk hadden ze een klantenkaart voor allerlei horeca-groothandels. Ik mocht dan wel eens mee, dat vond ik heel avontuurlijk in die tijd. Voor luxueus graaiwerk gingen we naar de ISPC, voor non-foodartikelen crossten we naar de Sligro. Van de Sligro kan ik me nog herinneren dat ze heel veel potten met groenteachtige rommel hadden, de inhoud was ingelegd in het zuur. Die potten zagen er heel ranzig uit, met goed geconserveerde ondefinieerbare stukjes erin; alsof je een kabinet binnenwandelde bij een biologielokaal. Echt non-food dus. De grootverpakkingen met plastic vorken, servetten, gekleurde tafellopers en andere prullaria lagen zó hoog opgestapeld dat het me altijd duizelde.
Anno 2011 ben ik zelf ondernemer. Daar moet ik dikwijls om lachen, want ik verdien er per boekjaar maar een paar luttele centen mee. Die extra's worden vooral gespendeerd aan de instandhouding van de dikke billen. Vandaag ook. Ik heb honger en ben eerst van plan om naar Kaufland in Kleve te rijden om mijn voorraden met lekker eten weer eens op peil te brengen. Maar nee! Ik heb toch een inschrijving bij de KvK? Die ga ik heel snel omzetten in een klantenkaart van de Sligro.
Mijn Citroën Saxo steekt wat ieltjes af tegen de grote glimmende bolides op de parkeerplaats.
Niet getreurd, dapper stap ik naar de Klantenservice.
'Goedemiddag, ik wil graag een klantenkaart aanvragen. Ik heb de benodigde papieren bij me. Inmiddels ben ik wel verhuisd, maar dat staat geregistreerd bij de KvK.'
'Dat zal helaas niet gaan mevrouw, dan had u een nieuwe inschrijving af moeten laten geven. U had daar dan ook voor moeten betalen.'
'Oh, dat is dan wel heel jammer... Kunt u niet in hun systeem kijken?'
De dame achter de balie strijkt over haar hart en verzekert me dat ik een heel aardige klant ben. Sommige mensen trekken haar namelijk wel eens hardhandig over de balie heen. Ik niet, ik bedank haar uitgebreid. Met mijn voorlopige handgeschreven klantenkaart wandel ik door de poorten van het Walhalla. Ik spreek mezelf ernstig toe. 'Kaatje, houd je in. Je hebt dan wel honger, maar geen bodemloze portemonnee.'
Ze bestaan, mensen die koken en het opeten verschrikkelijk vinden. Dan moet je dus niet naar de Sligro gaan, want in vijfentwintig jaar tijd is de groothandel verworden tot de eerste de beste Leclerc in Frankrijk. Oh, die wijnafdeling... Oh, al die stukken wild in honderd soorten en maten... Zelfs de kiemplantjes op de groenteafdeling vinden gretig aftrek. De komkommers ook, dit is een EHEC-vrij filiaal. De afdeling gedestilleerd is zeer karig uitgerust, maar dat neem ik voor lief. Ik kijk mijn ogen uit en heb nog niet eens de bovenverdieping gezien. Het schijnt dat je daar ook sportartikelen en PC's kunt kopen, maar die zijn niet eetbaar.
Na anderhalf uur dwalen leg ik mijn spullen bevend op de band. Wat gaat me dit toch kosten? Het valt uiteindelijk mee. Voor 49,12 euro heb ik vier uitheemse kazen, een Kletzenbrood (nooit van gehoord), een fles middelmatige rode Bordeaux, een kilo konijnenbouten, een pond schol (panklaar), een droge worst, een mooie komkommer en een netje limoenen. De komende drie maanden kan ik mezelf ook ongebreideld afpoetsen met toiletpapier (24 rollen) en mijn neus snuiten in absintgroene servetten (250 stuks).
Is dit boeiend, lieve lezers? Misschien niet. Ik zal jullie er verder ook niet meer mee lastigvallen, met mijn boodschappenkar.
Zelf was ik zo blij met het redelijke bedrag dat ik de typfout van de kassajuffrouw wel fijntjes opmerkte, maar het haar ook weer vergaf:
'HAIKA SCHRIJFCTEATIES'
Er zijn ergere dingen. Vegetariër worden bijvoorbeeld.