Kain
Het is Goede Vrijdag en op Internet regent het weer crucifixen.
Ik zie nu zelfs dat mijn liefje iets heeft gepost met de memorabele woorden: 'Heden hang ik aan het hout.'
Als afvallige katholiek raak ik toch altijd stiekem geïntrigreerd door deze Jezus-hausse. En ik ben niet de enige. Er wordt gegrapt, er worden kunstwerken en spotprenten gepost, de handen worden ijverig gewassen in onschuld en het Ecce Homo heb ik vandaag al twee keer gelezen - we leven nu pas vroeg in de middag nota bene.
Hier in het Zuiden des lands is de katholieke signatuur stevig neergezet. De Tilburgse fraters kunnen bogen op een lange onderwijstraditie. Het Koning Willem II College werd aan het einde van de 19e eeuw zelfs gedwarsboomd door katholieke notabelen omdat het een openbare HBS was waar geen godsdienstonderwijs gegeven werd. Vincent Van Gogh heeft er nog op school gezeten en dat doet vandaag niet echt terzake, maar ik ben niet gespeend van trivia-trots.
Als ik iets voor kinderen schrijf voor Uitgeverij Zwijsen (vernoemd naar aartsbisschop Joannes Zwijsen), word ik soms op mijn vingers getikt. De uitroepen 'Jee!' of 'Jeeminee!' zijn ab-so-luut verboden.
Het is blasfemie om zelfs maar een afgeleide van de goede man te gebruiken. Waar zijn jullie in Jezusnaam mee bezig? denk ik dan schouderophalend, om vervolgens braaf in de pas te gaan lopen. Er moet tenslotte wel geld verdiend worden.
Er was één PABO hier in Tilburg en dat was een katholieke. En daar studeerde ik.
Studeren mocht je het eigenlijk niet noemen, we moesten heel hip ProbleemGestuurd Onderwijs volgen.
De onderwijspractica waren hilarisch; ik heb vier jaar lang gehuppeld, gezongen, gekleid, gemusiceerd en beestjes getreiterd tijdens de lessen natuuronderwijs.
Maar het ProbleemGestuurd Onderwijs, dát was het!
Het betekende dat we op een pseudowetenschappelijke manier allerlei hypothesen moesten formuleren, De Problemen. Vervolgens mochten we in studiegroepjes De Problemen doorkauwen en erover schrijven, schrijven, schrijven.... nog gewoon met een pen. Individuele verslagen, groepsverslagen, procesverslagen, ik kreeg er echt kuilen van in mijn vingers. Nu ben ik nooit te beroerd geweest om te schrijven, maar die hoeveelheid was ongekend.
Onze klassendocent in het derde leerjaar heette Jef De Schepper. Daar kan ik ook niets aan doen, dat hij zo heette. Het was een aardige, goedhartige Vlaming en nog een katecheet ook. Het derde leerjaar was pittig. Mijn medestudenten en ik waren onderhand wel uitgeschreven en -gedebatteerd, we waren die hele groepssessies strontzat. Er onstonden ruzies. De Schepper trok zich daar niets van aan en ging blijmoedig verder met zijn zware taak. Ik had soms ronduit medelijden met hem.
Toen ik mijn individuele eindgesprek bij De Schepper had om dat hele derde jaar te kunnen gaan vergeten, raakten we in een felle discussie verwikkeld. Eén van mijn studiegenoten kon namelijk niets. Hij kon niet lezen, hij kon niet spellen, hij kon geen sluitende redenering op papier krijgen, hij kon niet rekenen, hij haalde geen enkel tentamen... hij kon echt gewoon niets. Ons hele Groepsproces werd ook nog afgekeurd vanwege zijn bijdragen. Balen, maar niet onoverkomelijk. De Schepper en ik spraken erover.
Het grootste venijn zat 'm de staart van het gesprek. Ik had mijn tas al aan mijn schouder hangen en zei: 'Moet hij een leerkracht worden? Durven jullie zo iemand op kinderen los te laten? Jullie willen toch kwaliteit afleveren? Ik schaam me wezenloos voor alles en iedereen hier op deze opleiding.'
De Schepper keek fronsend over zijn studentikoze brilletje en bonjourde me het lokaal uit met zijn prachtige Vlaamse tongval: 'Zijt Gij Uw Broeders Hoeder?'
Ik ontplofte. Wat een rotstreek van Mijn Schepper om mij zo buiten te zetten.
Niet als Karin, maar als Kain.
Jaren na dato hoorde ik dat de desbetreffende medestudent ontslagen was.
Hij was als leerkracht volslagen incompetent.
Nu doet hij iets met techniek. Geloof ik.
0 Comments:
Post a Comment
<< Home