Zeikerd
Ik was een jaar of tien oud en woonde in deze tweedehands flat. Het was er comfortabel wonen, zeker met al die gemeenteplantsoenen eromheen. Rechts op de foto is de boom te zien waarin wij een boomhut hadden gebouwd. Toentertijd was die boom een heel stuk kleiner. Er zat een stompe tak op reikhoogte zodat we ons als een echte orang-oetan tussen het gebladerte konden hijsen. Veel ruiger apenwerk dan dat werd het niet: wij hadden namelijk een meisjesgroepje, en meisjes houden van een sfeervolle habitat waarin druk gekletst kan worden. Bij de vuilnis vonden we leuke kussentjes die we zorgvuldig op de takken legden. Ieder meisje had haar eigen zitplaats en daar zaten we dan. Soms was een moeder zo lief om een zak chips mee te geven voor als 'we buiten gingen spelen'. De boomhut was geheim, maar oplettende voorbijgangers hadden die deurmat vast wel zien liggen. 'Welkom bij de Boskabouters' was het opschrift onder onze voeten. Het was een idylle!
Op een kwade dag had er een ware razzia plaatsgevonden. De stinkende kussentjes waren in de bosjes gesmeten, sommigen waren zelfs opzettelijk gescheurd. Verbijsterd lazen wij de hanenpoten op de takken: 'Wij komen terug! The Pink Panthers'. Tot op de dag van vandaag weten wij niet wie dat geweest konden zijn. De animo daalde tot het vriespunt. De uiteindelijke ontbinding van De Boskabouterclub gebeurde heel abrupt. Op een nog kwadere dag stonden twee gezagsdragers in de bosjes boos met hun vingers te knippen dat we onmiddellijk uit die boom moesten komen. Nooit vergeet ik de schande. Nooit vergeet ik de onhandige dreun waarmee ik voor de voeten van Oom Agent landde. Nooit vergeet ik dat dienstpistool dat nonchalant aan die blauwe broek bungelde. Wij vonden hen echte zeikerds.
Vandaag ren ik in totale paniek rond onze derdehands flat. Ik ben Jan en zijn maat Sa kwijt. Ze gingen een potje boemerangwerpen op het grasveld en ineens zijn de vogels gevlogen. Gekneveld en geblinddoekt zie ik hen in een bestelbusje liggen. Ze weten toch dat je óók niet voor een Wii-spel met vreemde, stinkende kerels mee mag gaan? Hoe moet ik dit aan de moeder van Sa vertellen? ´Ik zat genoeglijk mijn onderhoudsboekje van mijn auto te lezen en lette even niet op?´
Na wat wanhopig geroep bij een onooglijk drugsbosje ploffen er twee jongens op de grond. Vanuit een boom. Ik zie hun opgewonden blikken en slik een heleboel in. Commentaar op afbrekende takken, commentaar op bemoste jassen, commentaar op boze voorbijgangers.
´Weten jullie allebei nog wat drugs zijn en waar je die aan kunt herkennen?´
Voor de gelegenheid ben ik vandaag geen zeikerd.