1 april
Het was een fijne grap, die bevalling van Jan op 1 april 2003. Een aantal vrienden en collega's geloofde het gewoonweg niet, maar Jan en ik hadden allebei ons best gedaan om die datum op de kaart te zetten. Mijn opa zaliger was namelijk ook op die datum geboren. Sinds het hele concept hier thuis begrepen wordt, zijn de verjaardagen dolkomisch.
Zo ook afgelopen zondag. Jan baalde omdat hij volgens mijn berekening pas om 20:45 negen jaar zou worden. Ik rende vervolgens panisch rond omdat de eerste visite al om 8:00 uit de auto stapte. Wij stonden quitte, 1 aprilsgewijs!
De rest van de dag verliep in een grote gezellige puinhoop.
Toen het huis in stilte gedompeld was, wandelde ik nog even door de poëzie en literatuur van een Facebookvriend. Daar las ik dit prachtige gedicht:
Omweg via Winsum
Tamminga, ook ik verloor een zoon.
Toorn richting de hemel, die met zwijgen
werd beloond. Laagtij voor het zware hart.
Weten: niet méér dan ijdel wachten lijkt
dit leven, nu het moet geleefd. Mijn zoon
is droomschuim, rouwkruid, inkt op perkament.
Vaders tronen hoog, hoogmoedig, boven
eigen schepsels uit. De natuur verdraagt
dat niet en straft. Inktwaan, zangdrift,
en het leven in een leeg heelal.
Chrétien Breukers
(uit: Gysbert Japicx bezoekt het Drielandenpunt)
'Mijn zoon is droomschuim, rouwkruid, inkt op perkament', hoe mooi kan beeldspraak zijn?
De tranen brandden al, maar bij de laatste strofe kreeg ik de nekslag.
Ja, wij zijn ijdel en denken het eeuwige leven te hebben; alles naar onze hand te kunnen zetten ook.
Eerst dacht ik ontzet dat Breukers zelf een zoon verloren had, maar e-mail en Google hielpen me uit de brand. Ik was opgelucht, en ook weer niet. Mijn springkikker sliep intussen en ik ben hem maar een extra aai gaan geven.
Ik ga die bundel kopen. Het leven is één grote grap tenslotte.