Anvers, een drieluik (1)
Het linkerpaneel: hoe het begon
Ik voel me een halve Belg. Omdat ik een Brabantse ben met een zachte g , in de grensstreek woon en daarom het fenomeen frietkot, Primus en Jupiler regelmatig aan den lijve ondervind. En ook omdat ik heel erg "uitgesproken niks heb" met het Katholieke geloof, maar stiekem wel de overdadige Mariaverering uit het Zuiden geweldig vind. Zet mij in een grot of kapelletje met kaarsjes en ik word spontaan een deemoedig Christen. Zeker tussen de Belskes!
Mijn hele leven kom ik al in Antwerpen, dat was voor mij het altijd ultieme uitje. Als scholier werd ik wel eens meegesleept door mijn cultuurminnende pa. Later ging ik er wel eens op stap, mee met de beruchte vrijgezellenavonden die nu overal geweerd worden in de kroegen. Of we gingen op stap van de fooienpot die we in onze eigen kroeg door keihard werken en lief lachen gevuld kregen. Dat ontaardde dan in vechtpartijen omdat onze ordinaire werkster van vijftig+ tegen alle allochtone Antwerpenaren knipoogde. Gelukkig hebben we daarna het leed van ons afgezongen in een karaokebar aan de Grote Markt.
Later ging ik nog wel eens terug en heb veel gezien van alle highlights. Het Rubenshuis, het Diamantmuseum, het MuHKA, de Zoo (zielig die gekooide tijgers!), ik ken het geijkte programma helemaal.
Maar Antwerpen is in mijn herinnering vooral een aaneenschakeling van beelden en geuren: de smerige OLV-kathedraal, frietkotten, aftandse pleinen met stinkende havenkroegen, vis en pis, en vooral veel, veel eten en drinken. Oudere stellen. Zij, met goud behangen, trekkend aan haar menthol Belinda-sigaret, de lippen overdreven roze gestift, geflankeerd door haar Sjefke, keurig in de gele spencer met achterover gestylde haren. Samen drinken ze op een terras bij de Vogeltjesmarkt hun eerste pintje al om 9 uur 's ochtends. Dat is voor mij Antwerpen.
Inmiddels ben ik moeder, heb een serieuze baan en relatie, kortom: ik lijk de wijsheid in pacht te hebben. Daardoor kijk ik soms anders tegen bepaalde zaken aan. Ook tegen bekende plekken dan? Ik weet het niet. ET en ik willen in ieder geval graag een weekendje weg. "Ken jij Antwerpen? Leuke stad, hm?" De keuze is gauw gemaakt. Kijken of er in vijf jaar tijd nog wat veranderd is.
Ambachtelijk Antwerpen
Het is zondagochtend, ET wil graag LP's scoren en stelt voor om naar de Vogeltjesmarkt te gaan. In eerste instantie denk ik: Nee, gatver, ik ben er al zo vaak geweest als kind, over de koppen lopen voor drie LP's is niet mijn ding, zal ik wachten op een terrasje? Ik besluit om toch mee te lopen en merk al gauw: het is geweldig! We zijn in Jambers aanbeland! De markt is vergeven van mensen in alle kleuren en maten, er zijn geen echte luxe madammen te zien weliswaar, maar wel: honden. Heel veel onooglijke Belse honden. Ze worden over de gladde kasseien getrokken, gesleurd, geduwd, gedragen en gesleept alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Ik vind het hilarisch, maar ook heel erg aandoenlijk. Dapper hupsen ze met het baasje mee, met dezelfde tred en oogopslag. Bulldogs bij Hells' Angels, kuttenlikkertjes (sorry, weet de echte naam niet) bij dames van vervlogen stand.
En nergens is een KAI-KAI! te horen van een hond die per ongeluk vertrapt wordt door een stel westernlaarzen of stiletto's uit de menigte.
De rest van de marktgang vraag ik aan iedereen: "Mag ik uw hond fotograferen? Hij loopt er zo schattig bij!" De foto's zijn niet denderend, maar ik heb de tijd van mijn leven.
Op een terras maken ET en ik een afknap-top-3 voor de Vogeltjesmarkt:
1) neuspeuteren boven uitgestalde marktwaren
2) te krappe B.H.'s
3) retro slechtzittende glimmende trainingsjacks
We voelen ons hier thuis en genieten met volle teugen. ET heeft drie LP's gescoord en ik een hoop honden, waarvan akte. Baasjes, bedankt!